Leefbaarheid in de wijk

Leefbaarheid in de wijk

Bijdragen aan de leefbaarheid in de gebieden, wijken en buurten waar zij woningen bezitten. Dat is een van de kerntaken van woningcorporaties. Absoluut een prachtige taak en doelstelling, maar hoe toets je dat en wat betekent het concreet voor de corporaties?

Wat is leefbaarheid eigenlijk?

Hoe mensen hun kwaliteit van leven waarderen blijft natuurlijk een subjectieve zaak, iedereen beleeft dat op zijn of haar eigen manier. Om toch een objectief ijkpunt te hebben is het begrip leefbaarheid vastgelegd in de woningwet (artikel 45 en 51). Zodat we weten waarop we ons moeten richten om de kwaliteit van de leefomgeving van mensen te verbeteren, zo nodig.

Waardering van eigen wijk

Maar wat zijn nou de factoren die voor bewoners een doorslaggevende rol spelen bij de waardering van hun eigen wijk? Globaal gezien hebben we het dan over de geschiktheid om er te wonen en te werken, en over de beschikbare voorzieningen. Om dat nader te specificeren maakt de Rijksoverheid onderscheid tussen fysieke omgeving, sociale omgeving en veiligheid.

  • Fysieke omgeving
    Bij de fysieke omgeving hebben we het vooral over de dichtheid van de wijk, het type huizen, de marktwaarde van het vastgoed, de aanwezigheid van voorzieningen, de kwaliteit van groenvoorzieningen en de mate van functiemenging (de mix van onder meer woningen, winkels, recreatie en bedrijven).
  • Sociale omgeving
    Bij de sociale omgeving gaat over de bevolkingssamenstelling in de wijk en de sociale interactie tussen bewoners. Die zijn heel belangrijk voor mensen om zich thuis te kunnen voelen op de plek waar ze wonen.
  • Veiligheid
    De mate van overlast, vervuiling en criminaliteit hebben vanzelfsprekend een heel grote impact op de waardering en de leefbaarheid van de wijk.

Taak corporaties

Corporaties kunnen op allerlei manieren bijdragen aan verbetering van de leefbaarheid in de wijk. Bijvoorbeeld door actief betrokken te zijn bij het woonmaatschappelijk werk. Denk daarbij aan deelname in wijkteams, signalering van problemen bij huurders en de inzet van wijkbeheerders. Door er op die manier dicht op te zitten kunnen ze eventuele problemen vroegtijdig en helder in kaart brengen. Dat maakt de melding ervan bij gemeente en maatschappelijke organisaties een stuk eenvoudiger en eenduidiger.
Daarnaast moeten corporaties natuurlijk hun eigen bezittingen schoonhouden en kunnen ze meteen ook de directe omgeving daarvan en de kleinschalige infrastructuur onderhouden.

Richten op ontmoetingen

En dan kunnen corporaties ook nog de leefbaarheid van wooneenheden die zij beheren een impuls geven door gericht budgetten beschikbaar te stellen aan bewoners en lokale initiatieven. Bijvoorbeeld om buurtactiviteiten te organiseren waar mensen elkaar ontmoeten, zoals een straatbarbecue of pleinfeest. Of om de directe woonomgeving te verbeteren door picknicktafels aan te schaffen of voor wat extra groen in de wijk te zorgen.

Hoe zit dit in de praktijk?

Tot zover de theorie. In een volgend artikel laten we enkele interimmers aan het woord die via Steiger B bij een corporatie werken en leefbaarheid in hun portefeuille hebben. Waar lopen zij tegenaan, welke praktische oplossingen verzinnen zij, wat levert dat de bewoners uiteindelijk op? Soms zijn de maatregelen simpel, met snel zichtbare resultaten, andere keren is de praktijk wat weerbarstiger. ‘Van de door ons georganiseerde plandeldag knapte de buurt zienderogen op. We gingen samen met bewoners door hun eigen wijk wandelen en tegelijkertijd plastic rapen.’

Lees voor wat meer achtergrondinformatie ook Wonen en woonomgeving, onderdeel van Werken aan een gezonde leefomgeving – Handreiking voor gemeenten van de VNG.

Marieke_van_Maarseveen-removebg-preview

Bij een corporatie beteken je écht iets voor de buurt